Vrede van Westfalen

Logo "375 Jahre Westfälischer Friede"
 

Wat was het effect van de Vrede van Westfalen

In 1629 vonden vredesonderhandelingen plaats in Lübeck en later in 1635 in Praag, die helaas geen vrede opleverden. Dit was waarschijnlijk te wijten aan de onvolledige aanwezigheid van de verschillende partijen. De uiteindelijke Vrede van Westfalen kwam er alleen omdat alle partijen bij dit eerste pan-Europese vredescongres betrokken waren.

De vredesverdragen brachten niet alleen vrede, maar ook territoriale veranderingen. Naast territoriale concessies van het Heilige Roomse Rijk aan Frankrijk en Zweden ontstonden er twee soevereine staten.

  • De Verenigde Nederlanden werden namelijk onafhankelijk na de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje. De "Vrede van Münster" markeerde dus de geboorte van Nederland.
  • Daarnaast ontstond de Zwitserse Confederatie door uit de jurisdictie van de Keizerlijke Federatie te treden en zo de facto onafhankelijk te worden.

Het "Westfaalse Systeem"

De Vrede van Westfalen legde, door de reorganisatie van territoriale structuren, een basis voor het internationale recht en moderne politieke beginselen zoals soevereine staten ongeacht hun macht en grootte. Zelfs vandaag de dag spreekt de politieke wetenschap, met name de realistische school (Henry Kissinger), daarom van het "Westfaalse systeem". De garanties van de grote Europese mogendheden maakten het mogelijk de verdere ontwikkeling van Europa te stabiliseren. Naar de Vrede van Westfalen werd, zelfs tot het einde van de 18e eeuw, verwezen bij de onderhandelingen over verschillende latere vredesverdragen.

Einde van de religieuse konflikten in het rijk

De resoluties van de Vrede van Westfalen werden kernelementen van de grondwettelijke orde van het Heilige Roomse Rijk en bleven van kracht tot 1806. Bovendien maakte de Vrede van Westfalen een einde aan het tijdperk van confessionele en religieuze oorlogen, die aan de basis lagen van vele, zo niet alle, bittere en bloedige geschillen, die op hun beurt tot het begin van de Dertigjarige Oorlog hadden geleid.

De Vrede van Westfalen bracht ook erkenning voor de gereformeerde confessie, die nu naast de katholieke en lutherse confessies als gelijke werd beschouwd. Hoewel de protestanten binnen het rijk een minderheid vormden, gold een minderheidsbescherming die voorkwam dat de grotere confessies op keizerlijke congressen eenvoudigweg over religieuze kwesties konden stemmen.

1 januari 1624 was de uiterste datum voor het zogenaamde "Normale Jahr". Dit betekent dat de materiële bezittingen en de religieuze rechten van de drie confessies zoals ze waren op 1 januari 1624 de basis vormden voor de vreedzame verstandhouding tussen hen.

Waarom de Vrede van Westfalen vandaag de dag nog steeds bewonderenswaardig is

De gevolgen van de Vrede van Westfalen zijn nog steeds zichtbaar in de huidige tijd. Wellicht interessanter zijn de problemen die vooraf moesten worden opgelost. Bijvoorbeeld de enorme omvang van het Vredescongres omdat alle actoren aanwezig wilden zijn. Er had tot aan het Vredescongres in Münster en Osnabrück nog geen vergelijkbaar congres plaats gevonden. Münster en Osnabrück vormden een podium voor heel Europa, wat betekende dat alle ogen gericht waren op het Vredescongres dat in deze twee steden plaatsvond.

Een Vredescongres van deze omvang bracht ook nieuwe vragen met zich mee, zoals; hoe de deelnemers te rangschikken, wie van de oorlogstegenstanders van de keizer zou protocollaire voorrang moeten hebben op zo'n congres: De Franse koning? Of de Zweedse kroon? Hoe moest een katholieke Spaanse graaf spreken met de ketterse calvinisten van de Nederlanden? En vele anderen vragen. De antwoorden op zulke vragen waren niet gemakkelijk te vinden, maar waren soms verbazingwekkend creatief.

Münster & Osnabrück

Het Vredescongres was verdeeld tussen Münster en Osnabrück. Reden hiervoor was dat deze twee steden redelijk dicht bij elkaar lagen, terwijl ook de verschillende religeuze waarden van de betrokkenen partijen gewaardbord werd. In Osnabrück onderhandelden de protestanten, onder leiding van hun protestantse leider Zweden, met de keizer en het rijk. In Münster overlegde het rijk met de katholieken, dat wil zeggen de Fransen en de Spanjaarden, plus de gezanten van de Nederlanden, die specifiek met de Spanjaarden te maken hadden.

Bemiddelaars bemiddelen

Er werden speciale bemiddelaars aangesteld om protocollaire problemen tussen de verschillende delegaties te omzeilen. In Münster waren dat de pauselijke nuntius Fabio Chigi, die later zelf paus Alexander VII zou worden, en Alvise Contarini, hoofddiplomaat van de zeer gerespecteerde Republiek Venetië, die al actief was geweest bij het initiëren van het vredes congres.

Langdurige onderhandelingen

De indirecte communicatie en het feit dat de Duitse vorsten en potentaten niet persoonlijk aanwezig waren, bemoeilijkten de onderhandelingen. Elk besluit moest door de rechtbanken in de thuislanden worden toegelicht, waardoor het proces aanzienlijk werd verlengd. Bovendien waren de laatste berichten van het slagveld niet bevorderlijk voor de algemene onderhandelingen, aangezien alle betrokken partijen een of andere vorm van militair voordeel probeerden te behalen. De hoop was echter altijd gevestigd op een positieve uitkomst van de onderhandelingen en daarmee op een vrede op basis van overeenstemming en begrip.

Het resultaat

De lange en intensieve onderhandelingen leidden tot een vredesakkoord dat gebaseerd was op wederzijds begrip en contractuele afspraken. Natuurlijk bleven er botsingen op basis van persoonlijke belangen, maar ook die werden later opgelost. Dit gold met name voor religieuze kwesties. Door de sterke basis van het vredesverdrag konden deze kwesties echter worden overwonnen.

De basis was niet langer het uitvechten van religieuze waarheden, maar het hebben van mechanismen die een vreedzame co-existentie van concurrerende religieuze geloven mogelijk maakten. Een goed voorbeeld hiervan was toen de paus sterk protesteerde tegen het vredesakkoord. Hij verklaarde dat hij het er niet mee eens was omdat de rechten van de katholieken volgens hem roekeloos waren opgegeven. Dit weerhield de katholieke partijen er niet van het akkoord te ondertekenen. Een religieuze arbiter werd niet langer geaccepteerd in zaken van oorlog en vrede.